Diagnostiek en behandeling
Een behandelaar mag alleen patiëntgebonden tijd registreren die hij heeft besteed. Niet-patiëntgebonden tijd kunt u niet op een dbc registreren. Patiëntgebonden activiteiten registreert u onder directe tijd, indirecte tijd of reistijd. U mag eigen normtijden per activiteit vaststellen.
Een dbc bevat altijd directe tijd. Een initiële dbc bevat bovendien altijd direct patiëntgebonden tijd van een regiebehandelaar. Daarop zijn enkele uitzonderingen; zie hiervoor de declaratiebepalingen.
Als u tijdens een sessie meerdere behandelvormen toepast, verdeelt u de tijd naar verhouding over deze behandelvormen. Als een patiënt groepstherapie krijgt, deelt u de bestede tijd door het aantal deelnemers.
Tijd van een inloopspreekuur die niet aan patiënten is besteed, kunt u niet registreren op een dbc.
Alle tijd voor de behandeling van een diagnose komt in één dbc terecht, ook als de tijd door een andere zorginstelling is besteed (onderlinge dienstverlening).
Alleen behandelaren met een beroep dat op de openingsdatum van de dbc in de beroepentabel staat, mogen op een dbc diagnostiek en behandeling registreren. Er zijn echter enkele afwijkende regels:
- Somatische activiteiten staan niet in de activiteitentabel. Hier kiest u voor de activiteit die het beste past bij de behandeling.
- Behandelaren die een vervolgopleiding volgen registreren onder het beroep van de opleiding die ze al hebben afgerond. Stagairs en medewerkers die geen opleiding hebben afgerond, mogen niet registreren.
- U registreert geen tijd van verpleegkundige beroepen en beroepen die 24-uurscontinuïteitszorg leveren.
Alleen van beroepen die in de dbc-beroepentabel onder 'Tijd leidt af' een 'ja' hebben, leidt de tijd af naar een prestatie.